Di 28 april 2015

HVR-lezingen "Landhuis Berbice in de steigers" door drs Marjoleine Kooper-Huigen en "Duivenvoorde: Bouwen, bewonen en besturen" door Wim van den Eijkel

Gebouw Hofrust



"Upstairs, downstairs: Landhuis Berbice in de steigers" door drs Marjoleine Kooper-Huigen

Nog tijdens haar leven heeft de laatste bewoonster van de buitenplaats Berbice in Voorschoten, Mej. R Begeer, een stichting opgericht om het landgoed te beheren in de toekomst. Wanneer zij zelf werd aangesproken over het verval, merkte ze spitsvondig op dat haar moeder echt alles nog had laten schilderen, (dat dat voor de oorlog was, vermelde ze niet) en dat de grote klussen maar ná haar tijd moesten plaatsvinden.

Vijf jaar na haar overlijden is de grote restauratie daadwerkelijk begonnen. In een bijzonder samenwerkingsverband tussen het bestuur van de Stichting, bouwbedrijf Burgy, en de groep vrijwilligers die zich om Berbice heeft gevormd, voltrekt zich een wonder in en om dit bijzondere huis. Heden en verleden raken elkaar: de timmermans leerling strijkt vandaag peinzend over het merkteken van de oude meester dat in de kap van het dak werd ontdekt. Met foto’s en verhalen wordt u in de lezing meegenomen in en om het huis en krijgt u een uniek beeld van dit proces.

Marjoleine Kooper-Huigen is lid van de Werkgroep Historisch Berbice en coauteur van het boek over de buitenplaats. Als vrijwilligster is ze vanaf het begin betrokken bij de vele aspecten van het werk op de buitenplaats, in huis en tuin, en in de archieven.

 Duivenvoorde: Bouwen, bewonen en besturen” door Wim van den Eijkel

Tussen 1226 en 1960 was Duivenvoorde eigendom van vier geslachten, achtereenvolgens de families Van Wassenaer, Torck, Steengracht en Schimmelpenninck van der Oye. Maar ook heeft Duivenvoorde verschillende gedaanten gekend: kasteel, buitenplaats en museum. Toen het middeleeuwse Duivenvoorde in het begin van de Tachtigjarige oorlog haar militaire functie had verloren kreeg het rond 1630 een residentiële functie. In de Franse tijd kwam aan de grandeur van de buitenplaats een einde en in het begin van de 19e eeuw verkeerde Duivenvoorde in een haveloze toestand. In 1830 trouwde de eigenaresse met de schatrijke Zeeuwse jonkheer Steengracht. Hij liet Duivenvoorde grootscheeps verbouwen en de tuin herinrichten in Engelse landschapsstijl.

Mede als gevolg van de Tweede Wereldoorlog was het kasteel in de jaren vijftig weer aan restauratie toe. De laatste bewoners, de familie Schimmelpenninck van der Oye, besloten toen Duivenvoorde onder te brengen in een stichting. Sinds 1960 is het kasteel opengesteld voor het publiek. Wim van den Eijkel is docent geschiedenis en schoolleider Voortgezet onderwijs en Beheerder archief kasteel Duivenvoorde.